Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Den [zoon] van Enos, den [zoon] van Seth, den [zoon] van [30]Adam, den [zoon] van God. 30. Adam wordt hier een zoon Gods genaamd, omdat hij niet is voortgekomen van andere mensen, maar door God zelf naar zijn evenbeeld geschapen, gelijk ook de engelen daarom zonen Gods genaamd worden, Job 1:6, en Job 38:7.